Zoeken in deze blog

zondag 22 juni 2008

Zee-nomaden, of toch een doel.




Maløy 21-06-2008
Tot nu toe hadden we wel de hoop heel noordelijk te komen, maar telkens was er ook weer die gedachte, we zien wel hoe ver we komen. Hebben we een doel of laten we het komen zoals het komt? Proberen we ons zoveel mogelijk aan de omstandigheden aan te passen of richten we ons toch naar een plan?
Zoals ik in het vorige blog schreef; we weten het even niet.
In die min of meer vrijwillig gekozen impasse, gebeurt het dat we, ondanks het deprimerende weer, en misschien wel dankzij de tocht door het , in onze waarneming, meest onherbergzame fjord tot nu toe, een zeearend zien.Een grote roofvogel , bruin met een witte staartpunt.
Hij vliegt met rustige vleugelslag in de richting van de rotswand en lijkt erin te verdwijnen. We zijn er allebei zeker van , een zeearend , en hij of zij brengt ons zomaar in een andere stemming . De kou en de regen, de wind die steeds uit andere hoeken komt, de kluiver uitrollen, de kluiver inrollen, te veel wind , te weinig wind, het maakt niet uit , we zijn even helemaal in het moment. Gefascineerd door het besef dat deze vogel, waarschijnlijk op zoek naar voedsel voor zijn jongen, hier in dit onherbergzame oord kan bestaan. Hij is er gewoon.
Hij heeft een taak , in leven blijven en misschien ook wel leven geven.

Eenmaal in Maløy aangekomen meren we af achter een Norenechtpaar, dat kort voor ons op de steiger afmeerde met hun 37 voeter.
We maken een praatje. Waar komen jullie vandaan? Zij stellen dezelfde vraag.
Ze komen van Bodø een plaats 450 mijl naar het Noorden, vlak bij de Lofoten.
Wij antwoorden met “wij weten nog niet of we dat halen”.
De man vertelt dat hij de Hutting, ons schip, wel kent. Hij doet het motor-onderhoud van een Hutting 44, het schip van zijn schoonzoon. Een maand geleden had Tjerk Hutting ons verteld van deze man, die eveneens in Bodø woont en het fantastisch zou vinden als we met ons schip daar zouden langskomen. Deze mensen, zijn schoonouders, komen tegelijk aan dezelfde steiger liggen, zij vanuit het verre Noorden en wij vanuit Nederland, een ontmoeting als was het afgesproken, ergens op een punt van een lijn die ruim 2000 km lang is.
Ons magisch denken kan dit niet negeren, dit is een vingerwijzing, dat we wel degelijk een doel hebben. Het gesprek met hun is van korte duur, en slechts even later spreek ik hem nogmaals op de steiger, waarbij hij me nogmaals op het hart drukt ,dat we echt verder moeten gaan naar de Lofoten.
“You wil regret it , if you not go there”. Terloops vertelt hij nog even dat het daarboven nog veel moeilijker is om te navigeren, door de sterke stroom, de wisselende winden en de vele ondieptes.
De drukte om Statt glimlacht hij weg met de woorden “no problem”.
We zijn weer een stuk wijzer geworden.

De uitdaging om verder te gaan is als de talloze watervallen die we onderweg zagen, al dat water stroomt en valt naar beneden. Oppervlakkig gezien dient dat geen doel. Nader beschouwd, wordt dat water in de zee opgenomen, verdampt , wordt wolk en regen, en wederom waterval.
We gaan verder om terug te keren tot waar we vandaan kwamen.
Laten we gaan.

Geen opmerkingen: