Zoeken in deze blog

zondag 29 maart 2009

Aan boord maar nog wel koud en nat.



Twee nachten waren voldoende om te wennen. Eigenlijk was het geen wennen maar een aaneenschakeling van herkenningen. We bewegen ons aan boord als waren we niet weg geweest. Op het juiste moment bukken onder de beugel van de sprayhood en net dat richeltje missen bij het omdraaien in de badkamer zijn de inmiddels ingeslepen patronen van vorig jaar die er voor zorgen dat we ons zonder blauwe plekken kunnen vertonen op het bovendekse, daar waar we eerder de kans lopen om onze tenen te stoten aan rails, scepters en ander noodzakelijke uitsteeksels die een zeilschip nu eenmaal nodig heeft om zijn taak te vervullen.
Ja, we zijn blij weer in de vertrouwde omgeving van het schip te verblijven. Het vakantiehuis was prima, maar het zijn toch niet je eigen spullen en die beginnen we na zo’n aantal maanden wel te missen.
De kou en de nattigheid drukken nog wel het enthousiasme om uit te varen, maar Nika, in topconditie, trappelt van ongeduld om weer uit te varen. Een paar kleinigheden die nog moeten gebeuren: de juiste spanning moet op de verstaging ingesteld worden en het dek moet nog een keer geschrobd.
René Vleut heeft een nieuw boek geschreven over de Oostzee. Wat hij tijdens zijn lezing bij Datema in Amsterdam vertelde over de oostelijke staten, Letland, Estland en Litouwen, sprak ons niet erg aan. De gebrekkige havens, vaak in de buurt van industrie en vervallen gebouwen, deden ons te veel denken aan de Oostbloklanden die we in de jaren 80 en 90 bezochten in verband met lesgeefactiviteiten (een te groot contrast met al dat moois dat we in Noorwegen zagen). Enthousiaster waren we over wat René ( helaas naar onze smaak te summier) vertelde over Gotland en de oostkust van Zweden en Finland, het gebied waar we dit jaar naar toe willen.
Het is druk op de werf, alle schepen moeten voor Pasen het water in. Buitenlandse bezoekers en potentiële kopers frequenteren de werf om te kijken en te informeren. De 45voeter in aanbouw is vrijwel klaar en gaat volgende week voor het eerst in haar prille leven natte voeten krijgen. 45 voet blijkt een populaire maat, dit is het derde schip van dit formaat in nog geen 2 jaar.
Om ons heen groeit de populatie Futen en Scholeksters met liefdesperikelen. Er wordt heel wat ‘kopjegeschud en buikjegedrukt’ door de Futen . Wat de Scholeksters in hun erotisch tweespel doen behalve eensgezind naast elkaar op één poot op de nok van de daken staan en af en toe een gil slaken is me niet duidelijk. Op het vakantiehuisterrein hebben de konijnen hun vruchtbaarheid al weer bewezen. De eerste jonkies, niet groter dan een uitgestrekte hand, namen hun eerste aarzelende hapjes gras om daarna snel weer in hun hol te verdwijnen.
Deze maand blijven we nog in Nederland. De bezoeken bij de tandarts ter restauratie van onze gebitten moeten nog afgerond worden en mijn nieuwe ‘beter horen-wonder’ moet nog afgeregeld worden gedurende een mij nogal ruim bemeten lijkend aantal bezoeken aan de audicien.
Als het weer en de wind het toelaat vertrekken we in de eerste helft van mei naar Thyboron, om van daaruit door te steken naar de ander kant van Denemarken. Daar zakken we langs de westkust van Zweden af naar het zuiden. Vervolgens om de zuidpunt van Zweden weer naar het Noorden waar we in juni/juli Stockholm willen bezoeken. Vandaar steken we dan over naar Finland langs de Aland-Archipel, die erg mooi moet zijn. Of het allemaal zo zal gaan, weten we niet, er is in ieder geval wel het plan om zover te komen.
Er wordt de komende week mooi weer voorspeld, dat wordt de lappen hijsen en zeilen. Het werd tijd.
bij de foto: Nika op weg naar haar element, ze gaat te water.

donderdag 19 maart 2009

lentewerk op de werf


Het is zover, ze ligt er weer in. Nika heeft haar winterslaap goed doorstaan. Het in de loods verzamelde stof op haar dek en potdeksel is weggeveegd, haar romp glanst als een zojuist ontdopte tamme kastanje en na haar opgelegde zweefvlucht in de hefkraan heeft ze zich als een prinses in haar element neergevlijd. Nog verstoken van haar zeilen ligt ze in de voorjaarszon tussen de palen in haar box. Een passerend vroeg zeilschip geeft haar met zijn hekgolf een gemoedelijk duwtje, waardoor haar spiegel zachtjes omhoog komt. Een beweging naar voren wordt verhinderd door de landvasten die haar op haar plaats houden.
Opnieuw ben ik verrukt van haar lijnen als ik naar haar kijk, zonder buiskap is ze nog mooier. Er is veel gepoetst en geklust door ons beide, zowel binnen als buiten. Een schip is uiteraard niet meer dan een ding, maar door wat ze ons het afgelopen jaar heeft geboden is Nika meer dan een ding geworden. De zorg voor haar conditie kunnen we niet afdoen als onnodig, als onbelangrijk, tenslotte verlangen we van haar dat ze ons opnieuw gedurende 7 maanden gaat dragen. In de hectische periode die de werf ieder jaar in de lente doormaakt, zijn we slechts een eenling onder de schepen die allemaal , liefst voor de Pasen, het water in moeten.
Met onze neus erboven op volgen we de toch best ingewikkelde handelingen die Geert en Thijs moeten verrichten om het schip vaarklaar te maken. Het opzetten van de mast vergt de grootste nauwkeurigheid en oplettendheid. Zonder teamwork zou dat niet lukken.
Deze week en de volgende bereiden we ons voor om het vakantiehuisje dat we deze winter bewoonden te verlaten en het schip bewoonbaar te maken. Dit jaar zal het wat makkelijker gaan, we deden het eerder, en we hebben minder spullen om op te ruimen. Het leven is in materieel opzicht simpeler geworden.
Door het volgen van een meditatie cursus hebben we een nieuwe dimensie aan ons dagelijks leven toegevoegd. Ik merk dat zoiets eenvoudigs als 'bewust lopen' een effect op mijn gemoedsrust kan hebben. In een wereld waar we overstroomd worden door informatie zijn de momenten van bewuste aandacht als honing voor de geest.
Vóór het eind van de maand is Nika weer ons varend huis.
Daar houden we het op.