Zoeken in deze blog

zondag 8 juni 2008

Verandering van spijs.






Het regent, en wel voor het eerst sinds 6 weken, hier in de buurt van Bergen.
Welke Noor je ook spreekt, het zou andersom moeten zijn: een enkele dag zon en altijd regen.
Ze waren al bang dat hun regentonnen onder de zomerhuisjes leeg zouden blijven, en ze geen 'kaffe' meer zouden kunnen drinken.
De vier dagen met de zoon en kleinzoon waren van een hoog afwisselingsgehalte en aangenaam.
We hebben veel ondernomen, aangelegd in een prachtig beschutte baai, waar de rubberboot eindelijk zijn drijf-capaciteiten mocht etaleren, tot groot plezier van onze 4 jarige kleinzoon. We hadden een auto gehuurd, waarmee we een tocht maakten door het Hardangerfjord, naar Jondal, waar een zomerskicentrum is op de gletsjer. Natuurlijk om even te skieën. Ewout genoot zichtbaar van de geboden kans.
Het rijden door een prentbriefkaart langs soms erg smalle, bochtige weggetjes ervaren wij als een droom. De onverwachte doorkijkjes, de vergezichten, de heldere luchten , de besneeuwde toppen, en dan plotseling is daar een breed uitwaaierende waterval die zich van grote hoogte naar beneden stort.
De wegen zijn meestal goed , een hele prestatie, als je nagaat hoe groot dit land is. We zijn ettelijke tunnels doorgekomen, en niet van die kleintjes. Wat me zwaar viel tijdens het rijden waren de plotselinge weg-versmallingen, vaak zónder waarschuwing vooraf. De wegen hebben geen berm zoals wij dat kennen, maar eerder een abrupte afscheiding met 'niets': ik stel me voor dat je, eenmaal met je wiel over die wegrand heen, niet veel stuur over hebt om de auto op de weg te houden.
Drie keer staken we met een veerpont een uitloper van de fjord over .
Het vervoer is in Noorwegen goed geregeld, de bussen rijden op tijd en de veerponten varen regelmatig en vaak. De man die ons op de pont loodste, maakte er een vrolijke show van. Met een dansje en een vriendelijke zwaai van zijn arm zette hij ons 'te plak' en trakteerde ons bij het verlaten van de pont nogmaals op een Noorse réverance.
Voor al diegenen die onze vorige blogs hebben gelezen, het 'slurpertje heeft nog steeds een lepeltje zout nodig, het water is nog steeds erg schoon, en is ondanks de droogte nog even hoog van kwaliteit.
Morgen gaan zoon en kleinzoon met het vliegtuig weer naar Nederland. Dan wordt het hoogtijd dat we weer verder varen, de midzomernacht wacht op ons. Het is al steeds heel verwarrend om te merken dat het al 12 uur 's nachts is terwijl we buiten nog kunnen lezen.
Het lijkt me helemaal te gek om de zon helemaal niet meer te zien ondergaan. Zij (of hij) staat dan 's middags, lager dan bij ons in Nederland, in het zuiden, en 's nachts net boven de horizon om 12 uur in het noorden.
Mochten we zo ver komen, is dat mooi, zo niet , ook mooi, we zien wel, we moeten toch ook nog weer terug. En de winters zijn hier van een haast deprimerende donkerte. Niet voor niets raken veel Noren in de winter hun levens-wil wel eens kwijt.
Echter de zomer is voor hun een feest, en dat is hier aan de steiger goed te merken.
De drank vloeit in het weekend rijkelijk en we worden nog vriendelijker tot hun beste vrienden bestempeld.
Eén avond heb ik me laten meeslepen in een drinkgelag, met de helft van wat 'de Noor met de stoppelbaard' en “de Noor met het gezicht van Golem uit Lords of the Ring” achterover sloegen, was ik behoorlijk boven mijn theewater. Onder de luide klanken van Pink Floyd en Supertramp , lalde ik mee als antwoord op de volledig onverstaanbare taal van de beide Noren. Te pas en te onpas knikte ik 'ja' of 'nee' al naar gelang ik dacht dat het passend was . Het maakte hen niet uit wat ik zei, en mij ook niet, we hadden veel plezier en vonden elkaar in de muziek.
De volgende ochtend was er de gebruikelijke gereserveerdheid, vriendelijk maar een beetje op afstand.
Nienke heeft lekker geslapen, ik sliep als een bewusteloos paard.
Rob

Geen opmerkingen: