Zoeken in deze blog

zondag 15 juni 2008

Haast niet te verdragen schoonheid, een vlekje en snelle jongens.




zaterdag 14-06-2008
De tocht van het Radsund naar Dingja was prachtig en weer zo anders als dat we al kenden.
Indrukwekkende schoonheid en steeds veranderende vergezichten.
Ons overnachtingsplekje( Kyrkjeholmen), een klein onbewoond , maar o zo mooi eiland, was al onvergetelijk. Er zijn ergere dingen in het leven, zei Nienke.
Op het eilandje waren Wollepluisjes, met mos bedekte omgevallen bomen, een paar alleenstaande Vingerhoedskruid-planten en een prachtig aanlegplaats voor de boot met een vuurplaats waar we worstjes op de grill hebben geroosterd. De worstjes zagen er na het roosteren uit of ze een ernstige ziekte hadden. Dikke zwarte bulten en gedeeltelijk opengebarsten zou een dermatoloog een prachtige diagnose weten te stellen, al was het daarop volgende therapeutisch voorschrift er één , die op voorhand een mager resultaat zou opleveren.
Wij aten ze gewoon op.
Terug op het schip, met de vuile borden en bestek in een rieten tas, bezorgden we ons een dikke frustratie, door de tas met lekkende waar op de bank in de kajuit te zetten.
Een gigantische vetvlek op de bekleding, heeft ons de rest van de avond bezig gehouden gebruikmakend van alle huis-middeltjes die we ons konden herinneren van ons beider moeders.
Strijken met grauw papier erop( zoals mijn moeder dat deed), was helaas niet mogelijk wegens het ontbreken van grauw papier, een strijkijzer en de daarvoor benodigde stroom.
De volgende dag zat de vlek er nog, levensgroot, en leek zelfs groter dan die aanvankelijk was. Het geheel werd ook nog eens door een ring omkranst, die er niet eerder was, en de vlek nog meer leek te benadrukken. “Willy's Wonder”, de groene zeep, die onze hulp te pas en te onpas gebruikte in ons oude huis, bracht uiteindelijk een enigszins aanvaardbaar resultaat. De vlek was er nog , maar veel minder aanwezig.

Eenmaal weer onderweg, was er heel veel te zien.
Het landschap ging over van lieflijke heuvels met hier en daar een huisje, in een ruig, laag scheren-gebied met kale glad afgesleten rotsen en wat lage begroeiing.
Dan, eigenlijk vrij plotseling, zien we donkere bergen, in zwart-donkerblauw-paarse kleuren van het Sognefjord opdoemen( het langste fjord ter wereld) . Donkere onweerswolken erboven, gaven het geheel nog een extra dreigende aanblik. Het deed denken aan die tweede nacht op onze tocht van Harlingen naar Mandal, toen we tussen geheimzinnige, op bergen gelijkende, mistflarden voeren.
Op onze tocht waren we weer eens blij met de AIS, een apparaat dat (globaal uitgelegd) ons laat zien of er een groot schip aankomt en hoe snel en in welke richting die vaart ( geen radar).
Er zijn veel versmallingen in de fjorden en je kunt dan niet goed zien, wat er van de andere kant aan komt.
Als dat een snelboot is (ik weet er geen goed Nederlands woord voor), die zo'n 50 km per uur gaat, is dat, wanneer je zelf net bij de versmalling bent, geen pretje.
Dat “pretje” hadden wij dus wel, 50 meter voor de versmalling zag ik op de AIS dat er een schip van de andere kant kwam en vrijwel direct daarna zag Nienke het schip aankomen. Met (te) grote snelheid kwam het recht op ons af. Deze snelboten horen rustig te varen bij dit soort versmallingen, maar ze doen het niet altijd. Deze dus ook niet.
Bij de versmalling in het vaarwater staat ook meer stroom, en die hadden we mee.
De motor even hard in de achteruit, werden we vlak daarop geconfronteerd met een forse hekgolf van de snelboot, die ons vlakbij passeerde. Nika maakte er een kermisattractie van en dat, terwijl Nienke net de koffie klaar had. (Nienke vertelde dat haar moeder er sterk in was om de koffie klaar te hebben op cruciale vaar-technisch moeilijke momenten. Dus “ Koffie” net als de mast naar beneden moest, of de sluis ingevaren moest worden. )
Dit hebben we weer overleefd en even later voeren we met de koffie in de hand én een koekje, vrolijk verder over een rimpelloos wateroppervlak.
De stroom in de versmallingen, kan volgens de handboeken bij sterke wind vanuit het noorden of het zuiden, oplopen tot zo'n 6 knopen( 10 km/uur). Wij hebben dat nog niet meegemaakt.
Op weg naar Florø zijn we nu blijven hangen iets ten zuiden van de Sognesjø, de ingang van het Sognefjord. Omdat we te veel tijd zouden verliezen op de tocht naar het noorden, gaan we niet het Sognefjord in ( ruim 200 km naar het oosten), maar plannen een tochtje met de snelboot ( ja, diezelfde snelboot) naar Balestrand en misschien nog naar de gletsjer in het Jostedal. Daarvoor gaan we morgen naar de overkant van het Sognefjord , om een plekje te zoeken dichter bij de stopplaats van de snelboot.
Op de laatste foto zie je een overzicht van een Noorse zeekaart, een gebied waar we door varen. Op het eerste gezicht een wirwar van eilandjes, rotsen en smalle doorvaarten. In de praktijk valt dat steeds weer mee, omdat de hoofdroutes goed gemarkeerd zijn. We bestuderen de kaart uitvoerig of de bruggen en de elektriciteit-draden voldoende hoog zijn. Soms zijn ze net te laag en moet je een andere route kiezen. De diepte moeten we ook constant op de meter in de gaten houden, naast dat, wat we op de kaart en de plotter zien.
Als troost voor al deze ontberingen hebben we gelukkig nog voldoende Beerenburg.
Het is happy hour.
Net is een onweersbui met dikke hagelstenen over ons heen gekomen en het regent nog wat na.
Straks gaan we een visje bakken.

Geen opmerkingen: