Zoeken in deze blog

dinsdag 26 augustus 2008

de kadekat



We liggen in Haugesund aan de kade.
We wachten op beter weer, het waait te hard en de regen spoelt over het dek.
Dat maakt melig en het wachten levert observaties, die je niet zou verwachten van een zeilteam.
Daarom in deze blog de werkelijkheid bezien door 3 verschillende brillen.
Aan de lezer de uitnodiging om te bepalen wie wat geschreven heeft, Nienke, Bart of Rob

De kadekat 1.

De kadekat maakt zijn opwachting.
De kat ziet er uit als een wandelende plumeau, waarschijnlijk een soort Perzische kat.
Bij aankomst in Haugesund verleidde hij ons met zijn inschattende begerige blikken, terwijl hij langs de Nika schoof. Dat hij er geen been in zag om zich grotere vrijheden te veroorloven hadden we op dat moment nog niet door.
Stilletjes sluipt hij aan boord, vooral wanneer het lekker ruikt, dus tijdens etenstijd.
Gisteren probeerde Nienke hem met dringende maar toch vriendelijk stemgeluid van de boot te manen. Er stonden kinderen op de kade en een al te fel geschreeuw zou teveel zijn voor de kinderzieltjes, vond ze.
Dat hielp slechts tijdelijk. Nauwelijks een uur later stond hij al op de eerste trede van de trap naar de kajuit, verlangend uitkijkend naar een hapje en een warm plekje om zich te nestelen.
Zijn vacht ziet er enigszins verfomfaaid uit en we vermoeden dat hij (we denken toch dat het een kater is) de nodige vlooien van huisvesting voorziet. Een niet erg aantrekkelijk vooruitzicht, hoezeer ik ook van katten hou.
Telkens als we zijn schim in het gangboord zien, klappen we luid in de handen vergezeld van een indianen-gehuil, wat gelukkig helpt.
Toen we datzelfde deden toen de havenmeester op het dek klopte, keek de man ons enigermate vreemd aan. Wij mompelden iets over een kat, maar dat begreep hij kennelijk niet, zo snel als hij zich na het betalen van de verschuldigde contanten, van de Nika verwijderde.
Rare Hollanders.
De kadekat heeft zijn stempel op ons gedrukt.


De kadekat 2.

Balancerend over de kaderand komt de zwart/witte pluizige kat ons begroeten. We hebben net 66 mijl met Nika afgelegd. Verder dan we van te voren gepland hadden.
Met een vooruitzicht dat er met 2 dagen harde wind uit het zuiden op komst is ,besloten we om toch maar door te varen naar Haugesund; het stukje zee met kans op hoge golven hebben we dan ook maar weer gehad.
Het is zaterdagavond, de Noren zitten op de terrassen en drinken hun drankje op hun, voor ons inmiddels bekende, luidruchtige wijze. We leggen Nika een stukje verderop, wat verder weg van de terrassen en we hopen daarmee een redelijk rustige nacht door te kunnen brengen.
“Wat leuk, zo'n kat die ons begroet”, denk ik en ik spreek hem vriendelijk toe.
Zonder verder te reageren loopt de kat weg.
Na een redelijke rustige nacht zijn op de zondagochtend de meeste Noren met hun schepen van de kade vertrokken. We leggen Nika wat dichter bij de terrassen (op zondag is het weekend óver), waar we ook een stopcontact voor onze elektriciteitskabel kunnen vinden. Wanneer we in Haugesund een paar dagen moeten liggen om het slechte weer af te wachten, is elektriciteit prettig voor warm water, licht en opladen van de computer.
Op de zondagmiddag wordt één van de overheerlijke stukken kaas, die Bart meenam, aangesproken. En wie staat daar op de boot: meneer de kat. Niet eerst ons begroeten; gewoon aan boord stappen. Ik stuur hem weg .
's Avonds terwijl we rustig binnen zitten, sluipt hij stilletjes tot bijna op het trapje. Opnieuw wordt hij weggestuurd. De raampjes laten we toch maar wat minder wijd open staan 's nachts.
De kat laat zich verder niet meer zien. Maandag komt het slechte weer, het regent 's avonds pijpenstelen en de wind waait door de verstaging. We maken een overheerlijk maal en ja, daar is de kat weer; aangetrokken door de heerlijke geuren.
Met een ferme brul wordt hij weggestuurd en hij trekt zich terug onder één van de geparkeerde auto's. Komt hij morgen weer?

De kadekat 3.

Veni vidi vici, zonder motto maak je niks. Er is weer een nieuwe boot aan mijn kade, net aangelegd. Aan de lap te zien, die aan de achterkant van de boot hangt, is het een Hollandse boot. Die komen hier vaker en de havenmeester, met wie ik regelmatig optrek, hoor ik ook wel zeggen: 'daar heb je er weer een'. Persoonlijk heb ik geen vervelende ervaringen met die boten maar genereus zijn ze ook niet. Op deze boot staat de naam Nika. Zal mij benieuwen. Ik vertoon me op de voor mij gebruikelijke wijze door met de voorpoten op de kade-rand de mensen op de boot aan te kijken. Ze zien me en praten in een onbegrijpelijk taaltje met elkaar, halen een camera en maken een foto van me. Een veelbelovend begin.
De volgende ochtend probeer ik het contact wat aan te halen en ga gewoon op de kade staan. Ze roepen tegen elkaar en roepen, kssssst. Die kreet ken ik maar het past niet bij die foto. Tegen de avond maken ze eten en dat ruik ik overal op de kade. Bij de Nika kan ik me niet inhouden en stap op het dek. Gelukkig hoog water, dus ik hoefde niet te springen, want dat horen ze. Toen ik door het gangboord liep hadden ze me al gezien en sprongen uit de kajuit om mij weg te jagen. Belachelijk eigenlijk, alsof ik ze kwaad kan doen. De volgende dag waren ze er nog (zeker slecht weer!) en weer maakten ze eten. Nu was de geur echter zo sterk dat ik me niet kon inhouden en ik ging weer aan boord . De geste met de foto viel definitief door de mand. Weer veel gekrijs aan mijn adres en weer moest ik verdwijnen. Niet een klein stukje van hun overvloed viel mij ten deel. Gelukkig had ik een muis van de middag voorafgaand bewaard. Ik trok me terug onder een warme automotor en dacht: Hollanders . . . . . kssssst.

P.S.
Inmiddels zijn we al weer wat verder. Het is prachtig weer en Skudeneshavn omhult ons als een warme deken.
Bart gaat donderdag met het vliegtuig weer terug naar Nederland.
Een moment van vertrek moest aanbreken, al is het met pijn in ons hart.
Het plan is om hier een paar dagen te blijven, en dan proberen we met ons tweeën verder naar het zuiden te hoppen in dagtochten. Alles ijs en weder dienende.

Bij de foto's:
de kadekat.
Op een uitzichtpunt bij Haugesund staan Bart, Rob en Jack Brugman, een Nederlandse Noor die ons een stuk van de omgeving liet zien.
Een stukje Haugesund bij binnenkomst vanaf het Noorden

Geen opmerkingen: