Zoeken in deze blog

maandag 21 juli 2008

Zwart ijs, mosselen en Nika heeft een baard.




21 07 2008
Op de heenweg hebben we hem over-geslagen, te gretig om de Lofoten te bereiken.
De Swartisen (zwart-ijs) gletsjer is de tweede grote gletsjer van Noorwegen.
Hij dankt zijn naam aan de zwarte weerspiegeling in de ochtend als de zon vanuit het oosten er over heen strijkt.
Gisteravond zijn we om 10 uur 's avonds omhoog geklommen naar het ijs, we konden het net niet bereiken, de rotsen waren te steil en te glad voor de schoenen.
Maar we zagen wel het uiterste puntje, het tipje van de ijs-tong die als een geweldig brede lap over de berg naar beneden hangt. Vlak onder de punt stort zich een brede beek naar beneden met een donderend geraas, smeltwater van de gletsjer, dat zich samen met het water van de andere watervalletjes uit de buurt in een vrij groot meer verzamelt.
Van dichtbij is het ijs doorschijnend blauw-wit, en lijkt op ingeklonken sneeuw met grote smelt-gaten.
De rotsen, waar we zo slecht tegenop konden, hadden de meest fantastische kleuren, haast gepolijst marmer, eeuwen lang bewerkt door het langs-schurend ijs.
We lazen op een bordje dat de Swartisengletsjer niet behoort bij al die andere gletsjers die zich alleen maar terugtrekken. Hij is in de loop van de laatste honderd jaar korter en dan weer langer geworden. Nu schijnt hij weer wat te groeien.
De Lofoten en Bodø liggen achter ons, en we zijn nu echt op onze terugreis.
In Bodø ontmoetten we Sture en Enid Ellingsen, die een Koopmans ( deels door Hutting afgebouwd) hebben . Ze vonden het fantastisch dat een Nederlandse Hutting naar het hoge noorden was gekomen. Ze namen ons mee naar Indyrr en het fjord daarachter, een ongelofelijk idyllische plek tussen een aantal berg-pieken die zich qua schoonheid kunnen meten met die op de Lofoten.
Het hele gebied vinden we puurder en minder overlopen door toeristen.
Sture en Enid organiseren in de periode februari-april zeil-( ja zeil) en ski-toeren. Met de zeilboot naar de sneeuw en dan op de ski's met geitenvellen eronder de berg op(anders glij je achteruit de helling weer af, niet een prettige manier van afdalen).
Eenmaal boven een 'topslok' , de geitenvellen van de ski's af, muts over de oren, en dan naar beneden skiën, voor zover dat lukt, want daar is wel een speciale techniek voor nodig.
's Avonds slapen in een comfortabele hut en daarvoor in de sauna en lekker eten.
Lijkt me wel weer eens wat anders als piste-skiën .
Sture en Enid hebben, met hun duikerpakken aan, de baard zeegras die Nika op de waterlijn en de schroef heeft laten groeien, met borstel en spons verwijderd.
Fantastisch , dat scheelt een halve knoop in snelheid.
Een wens om in de winter uit te kijken naar een duikerpak, lijkt me handig als we dit klusje zelf willen doen. Het water is hier echt te koud , om dat in je blote bast te doen.
Met hun maakten we een ruige berg-wandeling door hoog gras en struikgewas, waar we een slaap-plek van een eland met jong vonden. Overal groeien orchideeën, die we al bijna 'gewoon' beginnen te vinden. Een steile afdaling langs een beek was wel het mooiste deel van de wandeling; bosbessen snoepen, het geluid van het vallende water en de geur van de bergen.
Daarna de zelf-gezochte ( door Sture en Enid) mosselen gegeten met spaghetti en een glas wijn.

Onze schepen waren tijdens de wandeling vanuit de hoogte goed te zien, terwijl ze voor anker liggen, precies op de rand van de ondiepte. Precies op de rand was dan ook het probleem, want de volgende ochtend zat ons roer vast en dreigden we een beetje droog te vallen. De wind was gedraaid en het was eb aan het worden. Het inhalen en daarmee verkorten van de ankerketting gaf slechts tijdelijk soelaas, zodat we toch maar zijn vertrokken.
De Lille Polaris van Sture en Enid, had hetzelfde probleem.
In Indyrr hebben we afscheid van Sture en Enid genomen en zijn door gevaren naar de gletsjer.
Het is frusterend om in de fjorden steeds de wind tegen te hebben, opkruisen is niet een echte optie, vanwege de breedte van de fjorden en de stroom die vaak eerder tegen dan mee is.
In de pilots staat dat zeilen in de fjorden maar zelden een plezier is. Ik snap goed dat de Noren hier zo gek op motorboten zijn. Het is gewoonweg effectiever en sneller.
Het motortje zoemt op de achtergrond en we zijn onderweg naar Rodøy , misschien nog wat verder.
We zien wel , misschien kunnen we , als we de fjord uit zijn nog even zeilen.
Straks passeren we de zeven gezusters, waar ik in een eerdere blog over schreef.
Nu krijg ik een kopje koffie voor m'n neus gezet, tijd om te stoppen met schrijven.
Rob



bij de foto's:
voor anker, de baard bewerken en de gletsjer

Geen opmerkingen: