Zoeken in deze blog

zaterdag 4 juli 2009

Tussen de Scheren



Heel voorzichtig sturen we Nika langs de ondiepten. Het water kleurt als een geel zandstrand, dooraderd met donker-blauwe scheurtjes. In zee drijven hele velden algen. Aan-vankelijk dachten we dat het stuifmeel was, maar de structuur was te grof en de laag te dik om die diagnose te stellen. Een moedereend zwemt met wel 12 jongen midden op zee ver weg van de sporadische scheren die als gladde bulten oprijzen uit het spiegelgladde water. Er is nauwelijks wind en het zachte gebrom van de motor wordt slechts onderbroken door een verre kreet van een enkele meeuw die als altijd op zoek is naar iets eetbaars. Een aalscholver duikt vlak voor de boeg op en heeft een platvis in zijn bek die na wat jongleren, in zijn geheel opgeslokt wordt. Door het ontbreken van de wind zijn de rotsen vlak onder het wateroppervlak niet te zien, geen golf die er op breekt, geen rimpeling in het wateroppervlak. We houden de boeien voortdurend in de gaten en volgende de geleidelijnen op de plotter, waardoor we soms wijde bochten maken net als de Zweden die het gebied kennen. Het is een vreemd idee dat de bodem waar we hier over heen varen bezaaid is met stenen en rotsen, rotsen die ieder jaar een paar centimeter omhoog komen omdat het hele bodem van Skandinaviƫ omhoog komt. De zee wordt dus ieder jaar een beetje ondieper. Op de zeekaart staan omlijnde gebieden waar je beter niet kunt varen omdat de diepte niet in kaart is gebracht is.
Het was erg warm de laatste dagen en het weer is onstabieler geworden. Donkere wolken laten hun lading vallen. De wind valt vrijwel volledig weg en de regen, die valt is een verademing na de zwoele hitte. De scheren van de oostkust van Zweden zijn beslist lieflijker dan de Noorse scheren. Op elke rots die zich enigszins verheft boven het water staan wel enkele planten te bloeien, en de blauw-roze bloemetjes van het Engels Raaigras doen me op afstand denken aan heide.
Wat is het toch mooi om in de beschutte baaien voor anker te liggen. Het avondlicht betovert ons met zijn zacht-rode tinten, de schaduwen worden langer en de donkere dennebomen verliezen hun structuur tegen de achtergrond van het verdwijnende licht. Een vis springt boven het water, misschien wel om die mug te pakken die van plan was om zich aan ons bloed te goed te doen. Ze zijn er wel, de muggen, maar ze zijn er gelukkig maar even. Alleen tijdens de schemering zijn ze nogal opdringerig. Ze verzamelen zich onder de sprayhood om van daaruit een aanval op onze blote ledematen te doen. Nog geniepiger zijn die muggen die er de voorkeur aan geven om hun maaltijd uit te stellen door het schip binnen te vliegen en zich te verschansen op een, voor ons, onzichtbare plek. Als we ons dan uiteindelijk te ruste leggen, alle horren in stelling, proberen deze slimmerikken ons warme te bloed te vinden, tenzij we aan hun rooftocht een einde maken met een harde klap van een hand of een muggemepper. Tot nu toe zijn we er aardig in geslaagd datgene te verhinderen wat de meeste muggen van plan zijn. Nienke's scherpe gehoor en haar flitsende slagvaardigheid heeft menig( 5) mug zijn leven gekost. 's Morgens vegen we de muggenlijkjes of dat wat er onherkenbaar nog van over is op een hoopje en voeren er de vissen mee, die driftig, vol verwachting rond de boot heen en weer zwemmen. Het brakke water van de Oostzee schept naast een milieu voor normale zeevissen ook een biotoop voor vissen die je normaal alleen in zoet water tegenkomt. Er wordt hier gevist op Snoek en (zoetwater-) Baars. Wat we kennen van Nederland is dat kinderen in de havens krabbetjes vangen met een mossel aan een knijper. Hier vangen de kinderen baarsjes die vlak bij de steigers zwemmen.
We zijn het inmiddels gewend; of te veel wind of te weinig wind. Al moet ik toegeven dat we toch een paar fantastisch mooie zeildagen hebben gehad. We verbazen ons over de prachtige zeilschepen van de Zweden, slanke schoonheden, die elegant tussen de scheren door glijden, zich schijnbaar niet bewust van al die harde obstakels onder de waterspiegel. We herkennen de doorgetrokken klassieke lijnen van de schepen uit het begin van de vorige eeuw, lijnen die we ook zo waarderen in ons eigen schip. Het is een genot om te zien hoe de Zweden, vaak in hun eentje, onder zeil de haven invaren, rustig het voorzeil neerhalen en op het laatste moment het grootzeil laten zakken, om daarna haast nonchalant hun anker uit te gooien of aan een meerboei vast te maken. Al gaat het steeds beter, een onbekende haven binnenvaren en niet weten waar je kunt afmeren is voor ons bijna altijd nog een spannend gebeuren. Ik vergis me om te denken dat ik zou moeten kunnen wat deze mensen op bekend terrein zo gemakkelijk lijkt af te gaan.
We hebben eigenlijk geen zin nog veel verder naar het Noorden te varen. Het is hier mooi en als onze zoon Ewout met Fenny en de kids hier morgen arriveren, komen ze naar ons idee in een prachtig stuk scherenkust. We verheugen ons erop hun de mooie plekken te laten zien die we inmiddels bezocht hebben.
Laat het zonnetje maar schijnen.

Bij de foto's:
oostzeemeermin rijst op uit de algensoep
de volgende 2 foto's zijn eigenlijk mislukt maar geeft te denken over de bezigheden van schipper en schipperse.
de laatste foto, eveneens mislukt, verhaalt van het vertrek per rubberboot van 2 vrienden naar hun eigen schip na een rijkelijk besproeide gezellige avond.


Geen opmerkingen: