Zoeken in deze blog

dinsdag 2 maart 2010

Slalommen tussen Kurkeiken en Kastanjebomen



Neen, het is niet handig denk ik, maar soms heb ik zin om hard op de rem te trappen als er weer een Franse auto-mobilist probeert om onze achter-bumper van nabij te bekijken. Nota bene op een bochtige smalle weg met aan de ene kant een duizelingwekkende afgrond en aan de andere kant een diepe greppel waar mijn voorwiel kan gaan luchtfietsen als ik de witte streep zou overschrijden. De wegen op het platteland van de Provence (nou plat is het hier in ieder geval niet) zijn smal en bochtig en worden vooral zodanig gelegd dat ze op een bobsleebaan lijken met aflopende in plaats van oplopende wanden. Eén misse stuurbeweging of je ligt er naast, op je kant of op je kop, niet prettig lijkt me toe. De Olympische Spelen op de weg, het lijkt wel of de gemiddelde Franse automobilist er genoegen in schept zo snel mogelijk de helling af te willen. Het is een wonder dat er nog bomen naast de weg staan. Of zijn die kurkeiken zo flexibel dat ze een stootje kunnen lijden?
Afgezien van deze kleine ergernis, hebben we genoten van ons tochtje door het Maures massief. De kurkeikenbossen gaan in de hogere delen over in tamme kastanjebossen. Het is hier de streek van de de marons glacées, gekonfijte kastanjes. Ik heb ze wel eens geproefd, maar ik kan er niet over pochen dat het zoiets bijzonder lekkers is. Het ijsje met marons dat we als nagerecht bij de lunch kregen in Collobrières smaakte wat melig en flauw. Het appeltaartje dat Nienke had was veel lekkerder, mooie korst, nog wat warm, en niet te zoet. Leuk om te zien hoe een Franse familie van het middagmaal een feestje maken. Een fles wijn op tafel, en je uitgebreid laten voorlichten over wat er op de menukaart staat. Daarna wordt er flink gebabbeld en gepimpeld onder het eten, dat in een vlot tempo op tafel gezet wordt. De kok, die af en toe door een kier van de deur gluurt, dirigeert zijn 15 jarige zoon, die helpt in de bediening op afstand. Zijn slungelige en behoedzame gang tussen de tafeltjes door met een warm bord in zijn handen, is aandoenlijk. Opkijkend van het bord zoekt hij zijn bestemming en zet het bord neer bij de verkeerde gast. De ervaren tweede garçon schiet te hulp en corrigeert hem met zachte hand. Het is een gemoedelijke bedoening.
Na het middagmaal rijden we vanuit Collobrières naar Chartreuse de laVerne waar een groot gerestaureerd klooster staat uit de 12e eeuw. Volledig geïsoleerd ligt het hoog in de bergen tussen de kurkeiken en de kastanjebomen. Een schitterende plek.
Destijds gebouwd door de Karthuizer orde. De monniken dragen witte lange pijen met een puntige capuchon, waardoor je hun gezicht haast niet kunt zien. Ze doen me ook denken aan de het klassiek beeld van monnikken zoals ze soms voorkomen in films. Enigszins sinister, ik denk ook door het beeld uit de film 'Don't look now' van Nicolas Roeg, waarin een dwerg-vrouwtje met een rood jasje met capuchon de hoofdpersoon de keel doorsnijdt.
De Karthuizer orde is gesticht door Bruno van Keulen in 1032 in een onherbergzaam gebied ten noorden van Grenoble, het Chartreuse-massief. De likeur met dezelfde naam is een kruidendrankje met een haast medicinale smaak en wordt ( of werd) door de monniken in het klooster ter plekke gemaakt. Het is één van de meest strenge ordes binnen de katholieke kerk( bron; Wikipedia). Het klooster van Verne dat we bezochten is aan het eind van de vorige eeuw volledig gerestaureerd op initiatief van 2 vrouwen die een vriendenclub “Les amis de la Verne” oprichtten.
Het sobere leven van de monniken, weerspiegeld in de donkere spelonkachtige gewelven en de spartaanse cellen of kluizen, lijkt mij niet direct het meest aangename leven, al kan Nienke zich voorstellen dat ze wel een tijdje in zo'n afzondering zou kunnen leven.
Nog onder de indruk van dit grote kloostercomplex reden we daarna naar Grimaud, een schilderachtig dorp met een kasteelruïne boven op een bergtop. Het uitzicht is prachtig. De golf van Saint Tropez en de omringende bergen stralen in het licht en hier en daar begint de Mimosa te bloeien. Het voorjaar begint schoorvoetend de winter te verdrijven.
Voor de terugtocht kiezen we de route door de bergen, de weg slingert zich in talloze bochten naar het noorden. Na een paar boodschapjes bij de Hyper U namen we een foute afslag waardoor we door Draguignan moesten rijden, een drukke route. De Franse bumperklevers maakten het Nienke, die het laatste stuk door de schemering reed nog even lastig, ze trapte gelukkig niet te hard op de rem.

bij de foto's:
uitzicht van het hoogste punt van het Massif des Maures
mimosa
kurkeiken, gedeelte beroofd van hun bast, de kurk
een raam gevat in het groenblauwe serpentijnsteen dat in het Massif des Maures wordt gevonden
het klooster Chartreuse de la Verne



Geen opmerkingen: