Zoeken in deze blog

donderdag 18 september 2008

De terugreis naar Nederland



Om 10.30 uur vertrokken we uit Farsund met 290 mijl voor de boeg.
Een afscheid van Noorwegen en de Noren.
Het kost moeite om het los te laten.
Het kost moeite om onszelf weer voor te stellen in het drukke Nederland.
We kijken nog even goed om ons heen, Farsund verdwijnt achter ons tussen de spaarzaam bebouwde heuvels.
Nog even moeten we intensief op de plotter de route tussen de eilandjes en de scheren door volgen daarna varen we de zee op met hogere golven dan we verwacht hadden. De harde wind van de laatste dagen heeft zijn sporen achtergelaten. Het is een rommelige zee. Door de stevige wind en de onregelmatige golven van alle kanten, maakte Nika flinke schuivers. In evenwicht blijven met name binnen in het schip en in het halfdonker, was een kunstje dat meer in het circus thuishoort. Een grote belasting voor mijn nog niet genezen pootje. Fijn dat er in het schip zoveel handgrepen en randen zijn waar je je aan vast kunt houden.
Geen moment hebben we twijfels gevoeld over het schip. Het was meer de vermoeidheid die ons parten speelde. Veel van dat wat er aan boord moest gebeuren kwam op de schouders van Nienke neer. Zij heeft de belangrijkste rol gespeeld in de overtocht. Haar zus was tijdens de eerste 24 uur erg zeeziek. Erg vervelend voor haar. De tweede nacht was eveneens heel vermoeiend al ging het beter door het rif dat Nienke gezet had, waardoor we wat rustiger door de golven gleden.
Het zicht was goed en de volle maan verlichtte de zee, zelfs als de maan achter het wolkendek schuil ging. Tot 3 maal toe bezocht een uitgeput vogeltje ons dek. Totaal niet bang om dicht bij ons te zijn. In de luwte van de wind kwam het wat op verhaal om dan weer weg te vliegen. Wat heeft zo'n klein vogeltje zo ver op zee te zoeken?
De Noordzee is een druk bevaren zee. Het betekent voortdurend opletten. Een visser had de onhebbelijke neiging om recht op ons te varen net toen wij zelf voor hen een uitwijk-manoeuvre hadden gemaakt. Toen zijn we maar even stil gaan liggen. Wat doet ie nou ? Ja, dat weet je niet.
Blijkbaar vond hij ons niet meer zo interessant want hij verdween na een poosje aan ons gesnuffeld te hebben in westelijke richting.
Het grootste deel van de tocht hebben we kunnen zeilen. De windsterkte varieerde nog al, maar de richting van de wind uit het oosten -zuidoosten was goed. Regelmatig liepen we ruim 7 knopen en een enkele keer bijna 8. Dat schiet lekker op en het is heerlijk om het schuim, opgeworpen bij de boeg, bruisend langs de boot te zien schieten.
Ons schip was in haar element en danste over de golven. Nauwelijks komt er water over het dek en moeiteloos verheft ze zich ieder keer weer uit een golfdal van 2-3 meter.
De stuurautomaat deed de hele overtocht zijn werk. Beter sturen kunnen we zelf niet. Het enige wat we doen is de koers, de stand van de zeilen en de omgeving in de gaten houden om in te grijpen wanneer dat nodig is.
Door gebruik van de apparatuur er tijdens zeilen stroom gebruikt, waardoor de accu's leeg raken. 3 keer hebben we de motor 2 uur moeten laten draaien om de accu's weer op te laden.
Na passage van de shippinglanes, toch iedere keer een stressvol gebeuren, konden we aansturen op de uiterton bij Schiermonnikoog.
Er lag een schip (volgens de AIS zonder naam en dat is een beetje raar) een beetje te dobberen, waarvan we dachten dat het wel eens een schip van de kustwacht zou kunnen zijn. We worden geobserveerd. Ieder moment verwachtte ik dat er een grote snelle rubberboot met 6 mannen in zwarte overlevingspakken ons zouden komen enteren om het hele schip te doorzoeken op contrabande.
Niets van dat alles. Dat schip bleef gewoon dobberen, geen zoeklichten, geen sensatie.
Het laatste stukje naar Lauwersoog doen we op de motor, we hebben geen zin meer om te kruisen en we zijn inmiddels bekaf.
De sluis nemen we in stijl met alleen een lijn aan de middenbolder en de motor zachtjes in het werk naar voren.
Op het Lauwersmeer, gaan we dan toch nog in de fout. Na 4 ½ maand Noorwegen en geen rotsje geraakt te hebben, lopen we op de zandplaat voor Oostmahorn aan de verkeerde kant van de rode tonnen bijna vast.
1 ½ uur later meren we af in de Lunegat-haven.
Wanneer ik na 48 uur mijn beide voeten weer op Nederlandse bodem zet, word ik toch nog heel even misselijk. Van vermoeidheid, denk ik.
Een middagslaapje van 2 uur en een uitgebreide douche doen ons goed.
Die nacht slapen we als zee-marmotten.
De terugreis was een stuk zwaarder dan de heenreis.
Alles bij elkaar genomen niet helemaal onbegrijpelijk.
De handicap, de zeeziekte, de hardere wind, de onregelmatige golven, al die factoren waren anders dan op de heenweg, die zelfs nog 20 mijl langer was( Harlingen-Mandal 310 mijl).
Het was een schitterende reis en een beetje weemoedig kijken we terug op wat er was.
Nederland was in eerste instantie haast een cultuurshock. Een kop koffie op een terras in Leeuwarden en een loopje door de Prinsentuin en de mooie gerestaureerde straatjes hielp om ons weer wat thuis te voelen.

Wat het blog betreft stel ik me voor het iets kalmer aan te doen in de komende tijd.
we hebben veel leuke en bemoedigende reacties gehad van veel mensen die het blog lazen.
Dank daarvoor, het was heel stimulerend.

Ik neem me voor om tijdens de voorbereidingen van de volgende reis in 2009 het blog in de wintermaanden te onderhouden. Mensen die geïnteresseerd zijn maar niet telkens willen kijken of er wat nieuws bij is gekomen, raad ik aan om zich op het blog te abonneren. Ergens onder aan de website staat iets waar je dat kunt doen. Je krijgt dan een email als er weer wat nieuws geplaatst is.
Indien er naar aanleiding van de blog vragen mochten rijzen, mail dan naar rob.g.peters@gmail.com

Het ga een ieder goed!

Rob en Nienke Peters
a/b zeilschip Nika

Geen opmerkingen: