Zoeken in deze blog

donderdag 14 mei 2009

Petje af voor Groningen




Door de patrijspoort zie ik het jonge groen van de bomen aan de overkant. De Museum-brug in Groningen is de poort voor de roeiers van de Hunze roei-vereniging naar het Reitdiep. Om de hoek ligt het Groninger Museum, het veel-kleurige wonder van de Italiaanse architect Alessandro Mendini, dat bij de aanbouw de nodige kritiek te verduren kreeg. De laatste dagen hebben we ons over de Dokkumer Ee en het Reitdiep tegen de harde ijzig-koude oostelijke wind richting Groningen geworsteld. De weg over zee boven de waddeneilanden lokte ons niet. Windrichting, windsterkte en hoge golven leken niet prettig om vrijwillig te trotseren.
Op de Dokkumer Ee verloor ik mijn pet. De wind had hem met een plotse ruk van mijn hoofd geveegd. De mooie nieuwe pet dreef hulpeloos in het midden van de vaart. Ik wend de steven en met de wind in de rug wist Nienke met een handige pikhaakmanoevre de drenkeling vlak voor het ten ondergaan op te vissen. De draai terug in de goede vaar-richting bleek veel lastiger. De Ee was daar smal en ondiep en dat maakte het terugdraaien in deze wind onmogelijk.Verder dan maar achteruit varen door een smalle vaart naar Dokkum na het pet-ongeval? Daar zaten we nou niet op te wachten. Door terug te varen naar een in de luwte gelegen breder gedeelte van de vaart, was de draai van 180º gelukkig wel mogelijk. In Dokkum meren we af bij de molen. De volgende morgen leggen de tuinmannen van de gemeente een grastapijt op ons dek. Door de wind, die nog flink doorblaast, wordt al het vers gemaaide gras over het schip geblazen. Het ruikt lekker , maar daar is ook alles mee gezegd.
Op het Lauwersmeer kregen we nog even een flinke bult wind en water over ons heen. Met alleen de fok bij lag Nika in de vlagen van 35 knopen wind flink schommelend op één oor.
Bij Zoutkamp kozen we ervoor om niet in de jachthaven te gaan liggen, maar in het dorp zelf. Als het op een dag een keer tegenzit is dat bij ons meestal niet eenmalig. De landing aan de kade verliep bepaald niet vlekkeloos. Door een plotselinge windvlaag verlijerde de boeg van het schip en lukte het niet om de draai met het achterschip naar de kant te maken. Om schade aan het voorschip te voorkomen gaf ik volgas achteruit, waardoor de boeg nog meer zijdelings weggleed en ik bijna een motorboot ramde. Ik had de kracht van de wind op het voorschip volledig onderschat en niet de rust genomen om de manoevre van te voren rustig te overdenken. Achteraf weet ik hoe het wél had gemoeten, maar dat is achteraf. Het is goed afgelopen.Dit soort gebeurtenissen blijven lang bij me hangen en ik kan het mezelf, stil en mokkend maar moeilijk vergeven.
De volgende dag al vroeg richting Groningen. De bruggen worden op het Reitdiep centraal vanuit Lauwersoog voorbeeldig bediend. Telkens als we voor een brug liggen melden we dat over de marifoon. Het rood-groenlicht gaat branden als teken dat er gedraaid gaat worden.
Wat is het toch een mooi landschap,slingerend tussen de hoge wallen en de glooingen van het Groninger platteland. Talloze vogels van kleine Karekieten tot breedvleugelige Kiekendieven versieren onze tocht. Het is koud, de oostenwind doet ons verkleumen en we wisselen elkaar af bij het sturen. De boot op koers houden bij de harde wind is lastig, vooral als we wat langer voor de bruggen moeten wachten. Voortdurend met kleine klapjes de motor in de vooruit of de achteruit, houden we de kop van het schip in de wind, soms helemaal scheef in de vaart liggend. Als het wachten te lang duurt leggen we de kont van het schip in de wind, lekker makkelijk. Met de motor zachtjes in de achteruit liggen we zo comfortabel te dobberen tot we verder kunnen varen.
Na Garnwerd wordt het Reitdiep minder interessant, de oevers raken meer bewoond en het landschap wordt vlakker. Bij het van Starkenborghkanaal wachten we voor de sluis samen met twee mannen in een roeiboot met buitenboordmotor. Ze hebben een leuke klus volgens hun eigen zeggen. Ze moeten de meldknoppen bij de bruggen en de sluis controleren voordat het vaarseizoen begint. Na het vollopen van de sluis en nadat het waterpeil 2 meter is gestegen halen ze met een trailer hun bootje uit het water. Hun taak zit erop, tijd voor een bakkie.
Eenmaal de sluis uit, varen we door de nieuwbouwwijken van Groningen. De ene brug na de ander gaat zonder dat we het melden voor ons open. Groningen begroet ons met wijdopen armen.
Na de Museumbrug zien we een plekje aan de wal. Het kost wat moeite om de mast vrij te houden van de bomen. Maar dan liggen we dan toch op een prachtplek, vlakbij het centrum en kunnen we genieten van de kleurrijke verscheidenheid aan langslopende mensen.
In een motorboot, van boeg tot achterschip omkleed met ballen en planken, komt een dolende Duitser met zijn waarschijnlijk ook Duitse vrouw langszij geschoven. Hij ramt ons net niet wanneer hij met de kaart in de ene hand en het stuurwiel in de andere ons de 'weg naar Amsterdam' vraagt. Wat verbrouwereerd wijs ik hem vaag naar de de richting waar we vandaan kwamen, waarop hij, hevig wiebelend, de boltjalk achter ons aan de kade een boegzoen geeft. Een paar tellen later verdwijnen ze door de geopende Museumbrug.
Groningen, de stad waar we beide studeerden, bekoort ons nog steeds. Vroeger fietsten we over de bruggen waar we nu doorheen varen. Het is een levendige stad en telkens wanneer we er komen is er wel wat veranderd. We blijven hier een paar dagen liggen tot de harde Oostenwind is uitgewaaid en de wind gunstiger is om onze tocht naar de Oostzee voort te zetten.

1 opmerking:

Unknown zei

heerlijk, jullie zijn vertrokken. Goed dat je jezelf zo goed kent, dat je weet dat 1 probleem nooit alleen komt. Welicht moet je ook weer zeilhanden, benen en hoofd krijgen. Zelf het weekend weer ouderwets gezeilpunterd. Wat een nostalgie, maar wat was het weer geweldig. Heerlijk de hele dag op het water. genieten jullie maar voor mij ook. warme groet Yvonne